Veel voorkomende ziekten

Pancreatitis (alvleesklierontsteking)

Inleiding

De pancreas ofwel alvleesklier is een orgaan in de buikholte. Dit orgaan heeft 2 soorten functies. Enerzijds produceert het twee stoffen, insuline en glucagon, die verantwoordelijk zijn voor de regulatie van de bloedsuikerspiegel. Anderzijds produceert het verteringsenzymen die in de dunne darm worden afgegeven. Bij een pancreatitis gaat het in eerste instantie vaak om een ontsteking van de cellen die de verteringsenzymen produceren, maar later kunnen ook de insuline-producerende cellen aangetast worden. Pancreatitis kan ook gevolgen hebben voor de werking van maag, dunne darmen en lever.

Symptomen

Er zijn twee vormen van pancreatitis, namelijk de acute en de chronische vorm. De acute vorm kenmerkt zich door plotseling ernstig ziek zijn, braken, uitdrogen, buikpijn, sloomheid en soms koorts. Deze vorm kan snel fataal aflopen, omdat vaak ook andere organen niet meer functioneren. De chronische vorm begint vaak met sloomheid, verminderde eetlust en afvallen. Uiteindelijk kunnen ook braakklachten, uitdroging en buikpijn optreden als de chronische vorm acuut verslechtert. Ook kunnen complicaties als ontsteking van maag, darmen en lever optreden. Op de lange termijn kunnen de pancreascellen zodanig beschadigen dat er suikerziekte en/of verteringsproblemen (diarree) optreden. Bij katten komt meestal de chronische vorm voor.

Oorzaken

Het ontstaan van chronische pancreatitis kan soms een reactie zijn op bepaalde eiwitten in de voeding. Het gaat dan om een voedselovergevoelgheid. Deze voedselovergevoeligheid kan ook leiden tot het ontstaan van IBD (chronische dunnedarmontsteking) of galwegontsteking. In veel gevallen is de oorzaak voor chronische pancreatitis onbekend.

Diagnose

De diagnose pancreatitis is erg lastig. Een algeheel bloedonderzoek is zinvol en bij verdenking op pancreatitis kan een speciale bloedtest gedaan worden. Met röntgenfoto’s en echografie kunnen de maag, darmen en lever indien nodig verder onderzocht worden.

Behandeling

Bij acute pancreatitis of bij een opflikkering van chronische pancreatitis moet uw kat in onze kliniek opgenomen worden voor infusen en medicatie. De behandeling van katten met chronische pancreatitis bestaat uit pijnstillers, medicijnen tegen braken/misselijkheid en een aangepaste voeding. Indien uw kat niet zelf eet, kan het noodzakelijk zijn om een neussonde te plaatsen voor dwangvoedering. In dat geval is het ook het beste om uw kat in onze kliniek op te laten nemen. De behandeling van katten met chronische pancreatitis kan soms wel enige weken duren. Tijdens de behandeling is het ook regelmatig nodig om het bloedonderzoek te herhalen en dit heeft soms ook een aanpassing van de behandelstrategie tot gevolg.

Prognose

Het is aan te raden om uw kat levenslang aangepaste voeding te blijven geven. Ook blijft altijd het risico aanwezig dat uw kat weer een opflikkering van de pancreatitis krijgt, of uiteindelijk suikerziekte krijgt.